Wo2Slachtoffers.nl

Schat, Jan

Geboortedatum:
17 september 1907 (Sint Annaparochie)
Overlijdensdatum:
22 april 1945 (bij Flossenbürg (Duitsland))

Biografie

Woonde in Lekkum, nr. 154. Zoon van Pieter Schat (17 februari 1876 Sint Annaparochie, gemeente Het Bildt – 9 december 1916 Sint Annaparochie) en Dieuwke van der Woud (20 maart 1875 Anjum, gemeente Oostdongeradeel – 7 mei 1961 Grijpskerk). Huwde op 14 juni 1933 in Leeuwarden met Sietske de Boer (20 november 1911 Franeker). Slager. De Oorlogsgravenstichting en de Erelijst van Gevallenen geven beide aan dat hij deel uit maakte van het verzet. In het najaar van 1943 dook Bussumer Bernard Hartog, een joodse man (1*), onder bij het gezin Schat in Lekkum. Daarvoor had hij, eveneens in Lekkum, ongeveer een jaar als onderduiker op de in de Dokkumer Ee gelegen woonboot van Jochum Flap gezeten. Zijn echtgenote Akke Flap-Bakker had bij de familie Hartog gediend. Na moeilijkheden kon hij niet langer op de woonboot blijven. Jan Schat en Sietske Schat-de Boer brachten hun onderduiker begin februari 1944 naar Bussum. Op 14 april 1944 werden zij door SD-medewerker Lammers (2*) gearresteerd. Het echtpaar Flap viel twee maanden later ook in Duitse handen. Schat en Flap spraken in Kamp Vught nog met elkaar. Op 6 september 1944 is Jan Schat naar concentratiekamp Sachsenhausen vervoerd. Vijf maanden later volgde overbrenging naar concentratiekamp Buchenwald (gevangenennummer 12698). Van een Drachtster, die Kraak heette, vernam mevrouw Schat na de oorlog dat haar man op 22 januari 1945 tijdens een gevangenentransport bij Flossenbürg was doodgeschoten. Flap overleefde de oorlog. Via Sachsenhausen kwam hij in Ratenau terecht, waar hij op 25 april 1945 door de Russen werd bevrijd. De arrestatie van de Lekkumers was het gevolg van het binnendringen van V-Mann Huschka (3*) in een verzetsgroep, die werd geleid door Jan van Delden (4*) en Joan Gelderman (5*). Beiden zouden de oorlog niet overleven. Van Delden is op 5 september 1944 op het schietterrein bij Kamp Vught gefusilleerd. Gelderman was al op 26 augustus 1944 in Fort de Bilt geëxecuteerd. Ook onderduiker Hartog maakte de bevrijding niet meer mee. In maart 1944 werd hij toevallig bij een huiszoeking aangehouden. Hij kwam op 20 januari 1945 om het leven tussen Auschwitz en Gleiwitz (nu: Gliwice, Polen). Een wrede speling van het lot is dat juist zijn echtgenote zo onder de indruk was van het verzetsverhaal van Schreuder, zoals vertrouwensman Huschka zich noemde, dat zij hem met Van Delden in contact bracht.
(1*) Bernard Hartog (19 januari 1894 Harlingen).
(2*) Fransoos Exaverius Lammers (26 december 1899 Bolsward – 24 juli 1971 Breda).
(3*) Carl Ludwig Huschka (20 juli 1907 Arnhem - 1966).
(4*) Jan Berend van Delden (24 oktober 1920 Enschede).
(5*) Joan Gelderman (18 november 1918 Oldenzaal).
Grafligging onbekend.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen

Informatie:
- OGS Gedenkboek 2, Oorlogsgravenstichting.
Nationaal Archief, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, inventarisnummer 7-II, Carl Ludwig Huschka; Jack Kooistra, Een laatste saluut. Fryslân in de oorlog, Penn Communicatie, Leeuwarden, 2005, pag. 305; Jack Kooistra, Strijders, Onderdrukkers en Bevrijders. Fryslân in de oorlog, Penn Communicatie, Leeuwarden, 2005, pag. 274-275; Oorlogsgravenstichting; Erelijst van Gevallenen 1940-1945; site wiewaswie.nl (waaronder overlijdensakte 428/1946 gemeente Leeuwarden).