Wo2Slachtoffers.nl

Davelaar, Dirk

Geboortedatum:
18 april 1915 (Nijkerk)
Overlijdensdatum:
2 mei 1943 (Amersfoort)
Begraven op:
Nederlands Ereveld Loenen te Loenen
Vak: B. Graf: 277.

Biografie

Woonde in Zwartebroek, gemeente Barneveld, Klaarwaterscheweg 2. Zoon van Meindert Davelaar (30 december 1880 Garderbroek, gemeente Barneveld - 31 december 1945 Barneveld) en Maria Veldhuizen (1 september 1887 Nijkerkerveen - 4 januari 1956 Barneveld). Ongehuwd. Pakhuisknecht bij de graanhandel Gerritsen aan de Kleine Koppel in Amersfoort. Het SS-Wachbattalion Nordwest moest tijdens de April-Meistaking 1943 de rust in Amersfoort en omgeving handhaven. Commandant Paul Helle (1*) kreeg opdracht Dirk Davelaar (28) uit Zwartebroek op te laten halen. Die werd ervan beticht tot staking te hebben aangezet. De vorige dag, zaterdag 1 mei 1943, had hij het werk neergelegd. De Duitser Paul Schäfer en drie Nederlandse SS'ers, Johan van Ameijde en twee uit Utrecht afkomstige broers Peeters (2*), werden er op hun rijwiel op af gestuurd. Eerst meldden de SS-mannen zich in gezelschap van opperwachtmeester Van Es uit Hoevelaken bij een broer van de gezochte, maar Jan Davelaar verwees hen naar de ouderlijke boerderij. Daar gaf Dirk Davelaar toe dat hij degene was die in Amersfoort werkte. De voorman van het groepje, Unterscharführer Schäfer (3*), rukte een boterham uit zijn handen en gooide later een zakje met boterhammen weg, dat moeder Davelaar aan het stuur van zijn fiets had vastgemaakt. Caféhouder Albert Mol, wiens etablissement op de terugweg door de SS'ers werd bezocht, heeft verklaard te hebben gezien dat Davelaar enige malen met de kolf van een machinepistool op de rug werd geslagen. De gearresteerde moest volgens Mol de inhoud van de in het café opgehangen bekendmaking over het verbod om te staken hardop lezen. Op de plaats van het dodelijke voorval meldde Schäfer aan een brigadier dat Davelaar op zijn fiets een poging had gedaan om te vluchten, waarna hij en zijn mannen waren afgestapt en de vluchtende man hadden neergeschoten. Omdat de zwaargewonde nog leefde, had hij hem volgens zijn zeggen enige genadeschoten gegeven. De politieman die de situatie ter plekke in ogenschouw nam, kon geen aanwijzingen vinden dat het ook inderdaad zo was gegaan. Hij trof geen sporen aan van een val met de fiets op het voetpad en door een val veroorzaakte verwondingen in het gezicht van Davelaar. Ook kon hij geen grassprietjes en beschadigingen aan de fiets ontdekken. Bovendien bemerkte hij dat enige schoten het lichaam van het slachtoffer aan de voorzijde hadden getroffen. Hij ging ervan uit dat het slachtoffer naast zijn rijwiel had gestaan met het gezicht naar de SS'ers toe en toen was neergeschoten. Of dit de correcte lezing is, staat evenmin vast (4*). Een getuige, die deel uit had gemaakt van het Wachbatallion, vertelde na de oorlog dat Schäfer na terugkomt met zijn collega's met de nodige ophef had gezegd dat zij een Nederlander hadden doodgeschoten en dat hij de indruk maakte daar nogal trots op te zijn. Bij de manschappen was over dit geval volgens de getuige een hoogoplopend meningsverschil en zelfs ruzie ontstaan, omdat de meesten de daad zeer minderwaardig vonden. Bij de familie Davelaar wisten zij heel snel wat Dirk was overkomen. Broer Meindert, de jongste van het gezin, was het groepje SS-mannen op enige afstand gevolgd. Toen hij nog ongeveer 300 meter van het voetpad verwijderd was, hoorde hij machinepistool- en karabijnschoten. Hij kon niet zien wat er was gebeurd, maar korte tijd later deelde een onbekende hem op de Bisschopsweg in Amersfoort mee dat er een pakhuisknecht van de firma Gerritsen was doodgeschoten. In 1967 is een metalen kruis met een gedenkplaatje onthuld aan de zijgevel van een huis op de hoek van de Lageweg en de Spechtstraat. Eerder had een houten kruis in een weiland langs het Hoevelakense Voetpad gestaan. Die moest wijken voor nieuwbouw van de wijk Liendert.
(1*) Paul Anton Helle (22 september 1898 Rovereto, Zuid-Tirol).
(2*) Johan Marinus van Ameijde (26 juni 1924 Utrecht) sneuvelde op 26 juli 1944 aan het Oostfront. Voor zover na de oorlog bekend was, gold dat ook voor Willem Frans Peeters (13 december 1925 Bottrop, Duitsland). Zijn oudere broer is in de oorlogsperiode meermalen zwaar gewond geraakt, maar onduidelijk is, of hij toen is overleden. De familie Peeters nam tijdens de oorlog trouwens de Duitse nationaliteit aan.
(3*) De familieleden van Dirk Davelaar, die na de oorlog door de politie, als getuigen werden verhoord, spraken in hun verklaringen consequent over de SS'er Spruit, maar die kon niet tot het groepje hebben behoord.
(4*) Voorjaar 2017 schreef Jeroen de Valk in het Algemeen Dagblad dat Dirk Davelaar werd bevolen voorop te fietsen en dat een van de SS'ers hem daarna op de hoek met het Hoevelakense Voetpad met zijn wapen in de rug had geschoten. Daarop was hij van zijn rijwiel gevallen en op zijn zij op de grond beland. 'De anderen zetten', vervolgt het artikel, ' hun fiets terzijde, wierpen een blik op hem en constateerden dat hij nog leefde. Een van hen gaf hem een trap tegen zijn schouder, zodat hij op de rug rolde. Daarna kreeg hij een schot in zijn borst, waarmee hij snel en efficiënt was geliquideerd.' Deze lezing heeft eerder ook op de site van Kamp Amersfoort gestaan.

Op donderdag 6 mei 1943 begraven. Later herbegraven op het Nationale Ereveld van de Oorlogsgravenstichting, vak B, grafnumnmer 277.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen

Informatie:
Nationaal Archief, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, inventarisnummer 146–II, Hugo Wilhelm Fernau; Jeroen de Valk, Zo van zijn fiets geschoten, Algemeen Dagblad, 13 april, 2017; Oorlogsgravenstichting; Erelijst van Gevallenen 1940-1945; site wiewaswie.nl (waaronder overlijdensakten 271/1943 gemeente Amersfoort en 67/1943 gemeente Barneveld); genealogieonline.nl (stamboom Van de Bunt).