Wo2Slachtoffers.nl

Versteegh, Pierre Marie Robert

Geboortedatum:
6 juni 1888 (Kedoeng Bantang/Java, Nederlands-Indië)
Overlijdensdatum:
3 mei 1942 (Concentratiekamp Sachsenhausen-Oranienburg/Brandenburg, Duitsland)

Biografie

In 1906 startte Versteegh, broer van generaal Willem Versteegh, met zijn militaire opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda.
Nadat hij in 1909 geslaagd was, trad hij als tweede luitenant in dienst bij Koninklijke Marechaussee. In 1919 werd Versteegh aangesteld als commandant van het district Groningen. Hij vervolgde zijn carrière als districtscommandant in Amsterdam en werd commandant van de 4de divisie in Groningen.

De marechaussee bestond grotendeels uit bereden troepen. Officieren hadden hun eigen paard en een districtscommandant had er zelfs twee. Vanaf 1922 deed Versteegh mee aan paardrijwedstrijden met zijn eigen paarden, die hij zelf africhtte. Aanvankelijk nam hij vooral deel aan jacht- en springwedstrijden, later ook aan dressuurwedstrijden.

In 1928 trad Versteegh in Londen in het huwelijk met Emmy Hijmans. Hij was eerder getrouwd geweest met Flora Oudshoorn met wie hij drie kinderen had. Voor Emmy was dit ook een tweede huwelijk. Zij was eerder getrouwd geweest met Floris der Kinderen en had twee kinderen. Mogelijk hebben zij elkaar leren kennen via de paardensport. In 1927 had Versteegh met Emmy’s paard Matador deelgenomen aan springwedstrijden.
Vanaf 1928 woonden Versteegh met zijn tweede vrouw en de vijf kinderen in de Burg. ’s Jacoblaan 16 in Bussum.

De periode van 1928 tot 1936 was zijn hippische glorietijd. Versteegh werd een springruiter van formaat en sleepte diverse prijzen in de wacht op nationale en internationale hippische toernooien. In de landelijke kranten was zijn deelname aan paardrijwedstrijden goed te volgen.
Hoogtepunt was zijn optreden op de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. Daar veroverde hij met twee teamgenoten in de landenwedstrijd de bronzen medaille.
Hij was ook present bij de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn. De Nederlandse delegatie presteerde uitstekend. Maar de chauvinistische jury oordeelde dat alle gouden medailles naar Duitse ruiters gingen. Versteegh eindigde als achtste.

In 1937 was Versteegh luitenant-kolonel geworden en divisiecommandant in Groningen. Na de bezetting werd hij teruggeroepen uit Groningen en moest hij zijn paarden inleveren.
In 1940 moesten alle ambtenaren de ariërverklaring ondertekenen. Versteegh weigerde vanwege zijn eigen Indische achtergrond en de joodse afkomst van zijn vrouw. Diezelfde maand vroeg hij ontslag aan uit militaire dienst. Hij was vastbesloten zich zoveel mogelijk tegen de Duitse bezetting te verzetten. Hij meldde zich bij de Ordedienst (OD). De OD was een organisatie van vooral militairen die Nederland wilden voorbereiden op de periode na de bevrijding.

Na de arrestatie van luitenant-kolonel Westerveld, leider van de OD, nam Versteegh zijn plaats in. Versteegh was van mening dat als de OD voldoende wapens zou hebben vergaard en de opbouw van de organisatie zou zijn voltooid, men de strijd zou kunnen aangaan met de Duitsers. De taak die de OD na de bevrijding zou moeten vervullen, werd door Versteegh nauwkeurig beschreven.

Veel vergaderingen vonden bij hem thuis plaats. Een op 12 september 1941 door hem belegde vergadering blies hij op het laatste moment af. Het was hem even ontschoten dat zijn dochter die dag in het huwelijk zou treden. Dit huwelijk vond plaats in Indië, maar was toch reden om ook in huize Versteegh feest te vieren. Die avond werd Versteegh in bijzijn van de feestvierende gasten door twee Nederlandse politiemannen gearresteerd.

Versteegh verbleef ruim zes maanden in de Scheveningse strafgevangenis het Oranjehotel.
Op 12 maart 1942 werd hij samen met een groot deel van de voormalige leiders van de OD naar Kamp Amersfoort gebracht.
Op 27 maart 1942 begonnen de Duitsers in hotel De Witte op de Amersfoortse Berg, vlakbij dit doorgangkamp, een proces tegen in het totaal 86 verzetslieden. De Duitsers deden alsof er sprake was van een eerlijk proces, maar niets was minder waar, al kregen deze verzetsmensen allen een advocaat toegewezen.
Op 3 april 1942 vond het laatste verhoor plaats en pas vijf dagen later werd het vonnis uitgesproken. De uitspraak luidde dat 72 van de 86 aangeklaagden tot hun eigen, grote ongeloof ter dood werden veroordeeld. De meesten van hen waren lid van de Ordedienst.

Uiteindelijk werden negen van de 72 vonnissen omgezet in levenslange tuchthuisstraf. De groep van 63 terdood veroordeelden werd in zwaar bewaakte overvalwagens naar concentratiekamp Sachsenhausen-Oranienburg gedeporteerd. Daar aangekomen kregen de gevangenen gelegenheid om afscheidsbrieven te schrijven. Alle bij generaal Friedrich Christiansen, Wehrmachtsbefehlshaber in Nederland, ingediende gratie verzoeken werden afgewezen.

De volgende morgen, op 3 mei 1942, werden de 63 verzetslieden samen met negen andere gevangenen naar de ‘Schie?stand’ geleid en in groepen van ongeveer twaalf man gefusilleerd. Hun lichamen werden direct daarna gecremeerd.
Ruim een week later, op 11 mei, volgden nog 24 executies.
Versteegh is gecremeerd in het concentratiekamp Sachsenhausen.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen

Foto:
- Historische Kring Bussum
Informatie:
- OGS Gedenkboek 2, Oorlogsgravenstichting.
- Schulten dr. C.M., "Zeg mij aan wie ik toebehoor", Het verzetskruis 1940-1945, Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, 1993
- Algemeen Handelsblad 03-04-1931
- https://onderscheidingen.nl/
- Historische Kring Bussum