Wo2Slachtoffers.nl

Roodenburg, Leendert

Geboortedatum:
7 januari 1919 (Amsterdam)
Overlijdensdatum:
2 oktober 1942 ('s-Gravenhage (Waalsdorpervlakte))

Biografie

Woonde in Amsterdam, Vrolikstraat 237-II. Zoon van David Roodenburg (diamantversteller, 9 juli 1866 Amsterdam – 12 februari 1920 Amsterdam) en Hendrika Engelsman (14 april 1872 Amsterdam - 16 mei 1919 Amsterdam). Huwde op 24 januari 1940 met Greta Feitsma (13 juli 1918 Amsterdam). Broodbakker. Geen kerk. Lid verzet. Hij was lid van de verboden Communistische Partij van Nederland. Het Dodenboek van het Oranjehotel vermeldt dat hij wapens verzamelde, geschriften overplakte, tot staking opriep en als leider van een groep verzetslieden werd opgepakt. Op de avond van 7 mei 1942 deden vier medewerkers van de Sicherheitsdienst een inval in zijn woning in de Vrolikstraat, waar een vergadering over illegale activiteiten zou plaatsvinden. Op dat moment was daar ook Petrus Desiderius Verstraeten (28 september 1908 Amsterdam) aanwezig. Tijdens de inval verschenen bovendien Kees Soesbergen en Henk Bastiaanse, beiden uit Utrecht, in de woning. De vier mannen werden eerst naar het bureau van de Inlichtingendienst in de Nieuwe Doelenstraat en vervolgens naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans overgebracht. Roodenburg en Verstraeten gingen in augustus 1942 naar de Strafgevangenis aan het Wolvenplein in Utrecht (1*). In deze stad stonden zij begin september 1942 met zes anderen terecht voor het Obergericht. De verdachten werden ervan beticht dat ze communistische lectuur (pamfletten, De Waarheid) hadden vervaardigd, vermenigvuldigd en verspreid. Het proces tegen hen was één van de zeer weinige waarover in de gelijkgeschakelde pers uitvoerig werd bericht. Dat geschiedde uiteraard geheel in nationaalsocialistische zin. Eén van de vier op 5 september 1942 uitgesproken doodvonnissen betrof Roodenburg. Na overbrenging naar het Oranjehotel in Scheveningen werd hij op 2 oktober 1942 samen met zijn stadgenoten Frans Adolf Kolder (14 februari 1904 Amsterdam), Klaas den Braven (3 maart 1918 Berkenwoude) en Gerard Schuurman (13 januari 1917 Amsterdam) op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd (2*). Zijn echtgenote is samen met haar ouders naar Duitsland gedeporteerd. Zij overleefde de verschrikkingen in de concentratiekampen.
(1*) Deutsche Untersuchungs- und Strafgefängnis
(2*) Verstraeten, tegen wie tien jaar was geëist, kreeg acht jaar tuchthuis opgelegd. Op 8 oktober 1942 ging hij op transport naar de Strafgevangenis in Kleef, vijf dagen later volgde overplaatsing naar de gevangenis in Reinbach. Hij werd te werk gesteld bij de Rheinische metaalindustrie en uiteindelijk door de Amerikanen bevrijd. Voor de schilder F. Greefkes uit Amsterdam en de metaalbewerker M. van der Steen uit Utrecht, die ook de doodstraf tegen zich hadden horen vorderen, luidde het vonnis: vijftien jaar tuchthuis. De zaak tegen de achtste verdachte, de loodgieter W.E.Th. Fallentin, werd uitgesteld voor een nieuwe behandeling. Soesbergen en Bastiaanse waren twee maanden na hun arrestatie naar Kamp Amersfoort vervoerd. Beiden kwamen in Duitse kampen terecht. Bastiaanse maakte de bevrijding mee. Soesbergen stierf op 22 november 1942 in concentratiekamp Neuengamme.

Begraven in een massagraf op de Waalsdorpervlakte. Gecremeerd in het crematorium in Driehuis-Velzen. De as is verstrooid.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen

Informatie:
- OGS Gedenkboek 43, Oorlogsgravenstichting.
Dodenboek Oranjehotel, site Nationaal Archief/Oranjehotel (gahetna.nl)/site Erepeloton Waalsdorpervlakte; Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland; Oorlogsgravenstichting; site wiewaswie.nl; Digitale Stamboom (overlijdensakte A 2331/1942 gemeente 's-Gravenhage); genealogieonline.nl (stamboom Isken & Engelsman); Dordrechtse courant, 4 september 1942; Dagblad van het Zuiden voor Eindhoven, Meierij, Peel en Kempenland, 5 september 1942; Rotterdamsch nieuwsblad, 5 september 1942.