Wo2Slachtoffers.nl

Wibiër, Bernardus Johannes

Geboortedatum:
8 augustus 1922 (Lonneker)
Overlijdensdatum:
13 januari 1945 (Heerenveen)

Biografie

Woonde in Amsterdam, Ceintuurbaan 264-II. Zoon van Theodorus Johannes Wibiër (24 september 1891 Enschede) en Bernarda Johanna in de Weide ( 6 juli 1892 Enschede). Huwde op 12 oktober 1944 in Amsterdam met winkeljuffrouw Katalin Tóth (21 mei 1920 Ujpest, Hongarije). Onderwachtmeester Staatspolitie met standplaats Westerbork. Rooms-Katholiek. Wibiër, een gedeserteerde politieman en premiejager op ondergedoken joden, werd op last van de Duitse Sicherheitsdienst in Crackstate in Heerenveen met een nekschot gedood. Aan de buitenwereld werd verteld dat hij in ernstige mate leed aan de besmettelijke ziekte difteritis, vermoedelijk om een onderzoek van het stoffelijk overschot te voorkomen. Dat kwam er toch. Lijkschouwer dr. Pellikaan uit Nieuwehorne constateerde hoe Wibiër aan zijn eind was gekomen. Wibiër volgde in Schalkhaar een door de Duitsers opgezette opleiding, maar zag de functie van politieman op zeker moment niet meer zitten. Daarna maakte hij schuldig aan verraad. Omdat de SD hem niet meer volledig vertrouwde, werd hij extra in de gaten gehouden. Zolang hij ervoor zorgde dat er joden voor deportatie werden geleverd, was er niet zo veel aan de hand, maar naarmate de bevrijding naderde, wilde men wel van hem af. Toen Wibiër op 16 december 1944 betrokken raakte bij de moord op de smid Meindert Land (11 juni 1897 Surhuisterveen), kwam hij in een bedenkelijk daglicht te staan. Samen met Roelof Veen was hij naar Land gegaan voor de aankoop van het schaarse product carbid. Land weigerde dit hun te verkopen, waarop Wibiër zijn pistool greep en vader en zoon Land sommeerde met de handen omhoog tegen de muur te gaan staan. Veen probeerde ondertussen een carbidvat te openen. Zoon Gosling, die bij het aambeeld bezig was, greep een voorhamer en haalde uit naar Wibiër. Hij raakte hem wel op het hoofd, maar niet met volle kracht. Nadat Wibiër was opgekrabbeld, schoot hij in de richting van Gosling. De kogel trof echter zijn vader Meindert, die enkele uren later aan zijn verwondingen bezweek. Doordat Wibiër zelf is geliquideerd, ontliep hij na de bevrijding een proces. Voor medeplichtigheid aan dit feit en nog een aantal gevallen van verraad is Veen op 2 december 1947 door het Bijzonder Gerechtshof in Leeuwarden veroordeeld tot tien jaar rijkswerkinrichting. Op 16 januari 1945 deed de wachtmeester van de gemeentepolitie Heerenveen Bonne van Dam aangifte van het overlijden van Wibiër. Volgens hem is het slachtoffer op 13 januari 1945 om 22.00 uur overleden bevonden. De verbalisanten, naast Van Dam ook opperwachtmeester Sijmen Grasman, maakten proces-verbaal nr. 22 op. Daarin staat vermeld dat Wibiër werd verdacht van moord subsidiair doodslag op de smid Meindert Land. Hij is begraven zonder monument.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!