Wo2Slachtoffers.nl

Erkens, Nicolaas Egidius

Geboortedatum:
10 oktober 1894 (Maastricht)
Overlijdensdatum:
9 oktober 1943 (Utrecht (Fort Rhijnauwen))

Biografie

Woonde in Rotterdam, Westzeedijk 126. Zoon van ambtenaar gouvernement Maastricht Jan Michiel Erkens (19 juli 1844 Geleen) en Maria Ida Gorissen (1858 Opgrimbie, België). Gehuwd met Bertha Josephina Maria Francisca Hustinx (23 april 1886 België). Handelscorrespondent buizenfirma/industrieel. Rooms-katholiek. Lid verzet onder de schuilnamen Niek en Van der Maas. Hij studeerde van 1913 tot 1915 in het Limburgse Rolduc voor priester en filosoof. Achteraf gezien beviel die keuze hem niet, waarna hij een meer wereldlijke weg insloeg. Erkens, reserve-eerste luitenant van het 17e Regiment Infanterie, werd tijdens de mobilisatie toegevoegd aan de Beheerder van het Etappen-Kledingmagazijn in Rotterdam, dat belast was met bevoorrading, wapens uitgezonderd. Na de capitulatie kreeg hij als taak om onder Duits toezicht de legervoorraden af te wikkelen. Van die functie maakte hij dankbaar gebruik door een aanzienlijk deel van de voorraden achterover te drukken en op betrouwbare adressen onder te brengen. Hij maakte al snel plannen voor een politieke partij, een militaire inlichtingendienst en een semi-militaire verzetsorganisitie. Ook verleende hij hulp aan krijgsgevangenen, gecrashte geallieerde piloten en joden. Verder hield hij zich bezig met het verzamelen en doorsluizen van inlichtingen en het verkrijgen van wapens en explosieven. Hij legde veel contacten met andere verzetsgroepen. Reeds in het najaar van 1941 verscheen zijn naam in het Algemeen Nederlands Politieblad en werd er een beloning van ƒ5000 uitgeloofd voor de tip die tot zijn opsporing kon leiden. Erkens is op 11 november 1942 gearresteerd als slachtoffer van de infiltratie van de Marine Abwehrstelle Wilhelmshaven. Die zette daarvoor liefst vier V-Männer in: Gerardus Stellbrink, de met een Nederlandse getrouwde Duitse ingenieur Lothar Kern, de Frans sprekende infiltrant Josephus Franciscus Cornelis Hoosemans (schuilnamen: Oncle Max en Oncle Jean) en Carl Ludwig Huschka. Op 11 augustus 1943 werd hij in Utrecht door het Feldgericht des kommandierenden Generals und Befehlhabers im Luftgau Holland ter dood veroordeeld. Met acht anderen, onder wie de Eijsdense broers Smeets, graaf Liedekerke de Pailhe en de Belgische huisarts Goffin, is hij op 9 oktober 1943 gefusilleerd. Postuum werd hem bij Koninklijk Besluit nr. 29 d.d. 12 mei 1951 de Bronzen Leeuw verleend. Zijn naam staat op een van de gedenkstenen van het oorlogsmonument in Fort Rhijnauwen. Zijn Rotterdams adres was Westerzeedijk 126. Omdat hij laatstelijk in Luik stond ingeschreven is zijn urn in die stad bijgezet.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen

Informatie:
Cammaert, Het Verborgen Front